Berichten

Tom knoppen@ 09:16 26-03-2021
Goedemorgen Jacques
Proficiat met je verjaardag vandaag maak er een leuke dag van en nog vele jaren gewenst

Groetjes Tom
Roan@ 11:34 14-03-2021

Woonplaats:

Krommenie
Beste meneer Vriens, Ik ben bezig met een boekbespreking over Oorlogsgeheimen. Ik vraag mij af welke genres het best bij uw boek passen. Zelf had ik: jeugdboek en oorlogsdrama, maar ik dacht ook aan historische fictie? Klopt dat? En ik vroeg me af of en wanneer er weer een nieuw geschiedenisboek van u uitkomt. Met vriendelijke groet, Roan
Geantwoord op: 17:17 17-03-2021

Hoi Roan, ik zou kiezen voor historisch jeugdboek. Het boek is overigens voor een deel gebaseerd op ware gebeurtenissen in Zuid-Limburg (waar ik woon). De mensen hadden hier geen honger, maar moesten wel vaak de kelder in omdat de geallieerden bommenwerpers Limburg gebruikten als aanvliegroute naar de Duitse industriegebieden. Daar probeerden de Engelsen dat de Duitse wapenfabrieken kapot te bombarderen.
Regelmatig werden vliegtuigen neergeschoten door de Duitsers en als ze de piloten te pakken kregen, werden ze vaak doodgeschoten. Gelukkig werden de piloten ook geholpen door het verzet en vanuit Zuid-Limburg werden honderden Engelse piloten de grens over gesmokkeld. Vaak moesten ze dan eerste en tijdje verstopt worden en het kon dus zijn dat er zo’n piloot bij jou in huis zat en je het aan niemand mocht vertellen.
Er zaten ook veel Joodse kinderen ondergedoken.
Maar er waren ook mensen die vriendjes waren van de Duitsers en van alles gingen verraden aan de vijand. Er waren nogal wat NSB-ers in Limburg (dus Nederlanders die met de Duitsers meededen) waarbij gezegd moet worden dat er veel ‘halve’ NSB-ers waren, die wel met de Duitsers aanpapten, maar ook niet iedereen verraadde.
Kortom: je wist nooit helemaal zeker wie je vertrouwen kon, waardoor je als kind niet goed wist wat je moest doen.
Ik heb gepraat met veel mensen die als kind de oorlog in Zuid-Limburg meemaakten. Hopelijk kun je hiermee vooruit. Veel succes en groeten! Jacques

Andrew@ 12:33 08-03-2021

Woonplaats:

vlaardingen
Hoi, ik moet een boekverslag maken over oorlogsgeheimen. Kunt u de personaliteit van tuur, lambert en maartje beschrijven? En als u iets aan het boek mocht aanpassen, wat zou dat zijn?

groetjes van Andrew (13 jaar)
Geantwoord op: 17:13 17-03-2021

Hoi Andrew, ik raad je aan het boek goed te lezen en te letten op de reacties van de hoofdpersonen op wat ze allemaal meemaken. Dat helpt je om hun personaliteit te vinden. Succes! Veel groeten, Jacques

Tom@ 19:54 28-02-2021

Woonplaats:

Terhorst
Beste Jacques
Hoe is het met jou gaat alles goed ik luister nog naar jou boeken heel leuk

Met vriendelijke groetjes van Tom
Geantwoord op: 13:05 01-03-2021

Hoi Tom, het gaat goed met mij. En wat fijn om te horen dat je naar mijn boeken luistert. Hartelijke groeten van Jacques

D'haeyere Rune@ 15:05 17-02-2021

Woonplaats:

Lotenhulle
Hallo Ik moet voor school een boekbespreking maken. Uit teen hele lange lijst boeken koos ik jouw boek Oorlogsgeheimen. Het leek me een interessant boek want ik lees en leer wel graag over dingen van de oorlog. Dit boek was leuk om te lezen. Ik lees niet zo heel graag een boek maar dit las toch wel vlot. Ook heb ik nu toch nog iets meer geleerd over hoe het leven in de oorlog eruit zag. Dank u wel. Met vriendelijke groeten Rune
Geantwoord op: 18:20 17-02-2021

Hoi Rune, wat leuk dat je een boek van mij hebt gekozen.
Toen ik nog meester was, vertelde ik graag verhalen over vroeger. Ik dacht dan: geschiedenis met al die jaartallen en zo is saai. Maar als ik spannende, grappige of zielige verhalen over vertel over vroeger , dan wordt geschiedenis leuk.
Daarom vind ik het ook fijn om af en toe een boek over vroeger te schrijven. Dat kost wel veel meer tijd. Meestal ben ik eerst een jaar bezig met te lezen over die tijd, oude foto’s en oude films te bekijken en met mensen te praten die het nog hebben meegemaakt (als dat tenminste nog kan). Het moet zo zijn dat ik me zo kan inleven dat ik zelf in die tijd rondwandel, zelf in de Peel loop of in de mijnen kruip of me moet verstoppen voor de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Dan pas kan ik gaan schrijven en dat duurt dan vaak ook een maand of acht.

Mijn oudste zoon Boris is ook altijd erg geïnteresseerd in geschiedenis (hij studeerde het ook) in het bijzonder in WO II.
Hij zei al vaker: ‘Schrijf eens een boek over de oorlog’.
Maar ik wist nog niet zo goed hoe ik dat wilde doen. Er zijn al vrij veel boeken over de oorlog. Nadat ik twintig jaar geleden naar Zuid-Limburg ben verhuisd , kwam erachter dat de Tweede Wereldoorlog hier iets geheel anders was dan in het westen en het noorden van ons land. Dat leek me wel een mooie (nieuwe) invalshoek voor mijn boek
De mensen hadden hier geen honger, maar moesten wel vaak de kelder in omdat de geallieerden bommenwerpers Limburg gebruikten als aanvliegroute naar de Duitse industriegebieden. Daar probeerden de Engelsen dat de Duitse wapenfabrieken kapot te bombarderen.
Regelmatig werden vliegtuigen neergeschoten door de Duitsers en als ze de piloten te pakken kregen, werden ze vaak doodgeschoten. Gelukkig werden de piloten ook geholpen door het verzet en vanuit Zuid-Limburg werden honderden Engelse piloten de grens over gesmokkeld. Vaak moesten ze dan eerste en tijdje verstopt worden en het kon dus zijn dat er zo’n piloot bij jou in huis zat en je het aan niemand mocht vertellen.
Er zaten ook veel Joodse kinderen ondergedoken.
Maar er waren ook mensen die vriendjes waren van de Duitsers en van alles gingen verraden aan de vijand. Er waren nogal wat NSB-ers in Limburg (dus Nederlanders die met de Duitsers meededen) waarbij gezegd moet worden dat er veel ‘halve’ NSB-ers waren, die wel met de Duitsers aanpapten, maar ook niet iedereen verraadde.
Kortom: je wist nooit helemaal zeker wie je vertrouwen kon, waardoor je als kind niet goed wist wat je moest doen.
Ik heb gepraat met veel mensen die als kind de oorlog in Zuid-Limburg meemaakten en ik heb geprobeerd een spannend maar soms ook grappig of ontroerend verhaal over de oorlog te schrijven , zoals de twee hoofdpersonen Maartje en Tuur (alle twee 11 jaar) het allemaal beleven. Ze zitten zelfs in de klas bij een NSB-meester.
Maartje en Tuur hebben alle twee een groot gevaarlijk geheim.
In het nawoord vertel ik ook dat Duitsland heel veel geleerd heeft van zijn eigen geschiedenis en nooit meer oorlog wil.

Voor mijzelf is de belangrijkste gedachte achter het boek dat ik wil laten zien dat oorlog vooral betekent dat je zomaar mensen kwijt kunt raken die belangrijk voor je zijn, waar je van houdt.
Ik ben ook heel blij met de verfilming. Natuurlijk is een film iets anders dan het boek. Maar het zou wel allemaal in het boek hebben kunnen staan. Het belangrijkste van het verhaal over de betekenis van liefde en vriendschap en dat oorlog heel veel kapot maakt tussen mensen, zit ook in de film. Veel succes met je boekbespreking. Veel groeten van Jacques

Lena@ 13:28 08-02-2021
Hallo
Lieke@ 19:28 03-02-2021

Woonplaats:

Vught
Hallo Jacques,
Ik ga over een paar dagen in een boekenkring vertellen over jouw boeken van De Korenwolf. Ik hoorde in een filmpje dat je zelf vroeger in een hotel hebt gewoond toen je klein was. Op wie leek jij het meest, op Pepijn of op Joost?
Groetjes van Lieke (6 jaar)
Geantwoord op: 14:40 04-02-2021

Hoi Lieke,
Wat leuk dat je over De Korenwolf gaat vertellen. Pepijn lijkt erg op mijn oudste zoon Boris toen die 14 jaar was. Hij zag er toen ook best een beetje woest uit. Joost lijkt op mijn zoon Casper die vroeger ook altijd met allerlei stroom dingen bezig was. Casper werkt nu in het theater en zorgt voor licht en geluid. Grappig he. Nina lijkt op mijn buurmeisje en Eefie op een meisje die ooit bij mij in de klas zat. Ik woonde als kind zelf in een hotel, dus kan daar goed over schrijven
Als je schrijft is het altijd een mengelmoesje van fantasie en echt! Er zitten dingen in die echt gebeurd zijn, maar ook verzonnen verhalen.

Hotel De Korenwolf staat in Zuid-Limburg. (Het hotel van mijn ouders op de markt in Helmond) Dat komt omdat ik al een hele tijd in Limburg woon. En dat is geen toeval. Mijn moeder kwam eigenlijk uit Limburg. Toen ik kind was, ging ik al vaak naar Zuid-Limburg toe. Toen dacht ik: hier zou ik best willen wonen met al die bossen en spannende grotten.
Het leek me ook een leuk idee om het hotel in het boek ook in Limburg neer te zetten. Dat is het leuke van schrijven: je bent de baas van je eigen verhaal!

Er zijn inmiddels al heel veel delen. Het nieuwste is De Reis met de vliegende leunstoel.
Dat deel is geïllustreerd door Iris Boter. We gaan de oudere delen nu ook opnieuw uitbrengen met nieuwe tekeningen. Zo is net verschenen: Het geheim van de verliefde hulpkok, ook in een nieuwe uitvoering.
Veel succes met de boekenkring en hartelijke groeten van Jacques

nina munsterman@ 10:39 29-01-2021

Woonplaats:

eenhoorn 72
ik wil graag een goeie uitleg van een schrijver en ik dacht u bent wel een goeie schrijver
Geantwoord op: 11:41 29-01-2021

Hoi Nina,
kijk maar eens rond op mijn website. Mocht je nog vragen hebben, laat maar weten. Veel groeten, Jacques

Linda@ 15:34 21-01-2021

Woonplaats:

Bennekom
Beste Jacques,
Vanaf de dag dat ik zelfstandig kon lezen, heb ik boeken verslonden. Als enig kind vond ik het heerlijk om weg te duiken in hoekje met een spannend boek. Ik probeer mijn kinderen (groep 6 en 7) ook de liefde voor het lezen bij te brengen, maar helaas lonkt de wereld van de tablets en mobieltjes. Voorgelezen worden en zelf lezen, dat gaat tenslotte allemaal van je vrije tijd af. Nu met het thuisonderwijs in corona-tijd wordt het er niet beter op. Hele dagen met hun neus naar een schermpje kijken en dan ook nog verplicht naar de speeltuin gestuurd worden om een frisse neus te halen. Lezen voelt dan als weer een extra verplichting. Een hulpjuf op school gaf mij de tip dat de verhalen van meester Jaap op YouTube stonden.
Als pauze momentje luisteren we nu 2 of 3 verhaaltjes van meester Jaap en er wordt van gesmuld! Het is op tv dus het voelt niet als lezen of voorlezen en vooral de stoute woorden vinden ze prachtig.
Bij iedere "verdomme", "s**t" en "piemel" wordt stiekem mijn kant op gekeken of ik boos wordt of een reactie laat zien. Geweldig!
Dank je wel voor deze leuke verhalen! En misschien kan ik mijn kinderen uiteindelijk, met behulp van meester Jaap, toch een beetje weg van de schermpjes en meer richting de boekenkast sturen.
Hartelijke groet,
Linda Bocken
Geantwoord op: 19:19 21-01-2021

Beste Linda,
wat leuk dat je me dit laat weten. Fijn dat ik een bijdrage kan leveren aan het thuisonderwijs. Ik heb bewondering voor al die juffen, meesters en natuurlijk de ouders die het allemaal voor elkaar moeten krijgen. Meester Jaap is mij zeer dierbaar. Na 25 jaar stopte ik in het basisonderwijs en koos ik voor het fulltime schrijverschap. (Na heel lang nadenken, want de school en vooral de kinderen waren me nog steeds zeer dierbaar.) Ik had al een paar dikke boeken over school geschreven, maar er zaten nog heel veel verhalen in mijn hoofd die ik niet direct kwijt kon in een boek. Toen bedacht ik Meester Jaap. In elk kort verhaal zit wel iets wat ik zelf meemaakte en dat mij inspireerde. Kinderen willen vaak weten of alles 'echt gebeurd is'. Nou niet 'alles', maar voor mijn oud-leerlingen zit er wel veel herkenbaars in. Ik was ook een redelijke prettig gestoorde meester; deelde ook spekkies uit; had geduld (maar kon ook ontploffen) en ik probeerde veel dingen met humor op te lossen. Nogmaals dank voor je reactie en hartelijke groet, Jacques

leo@ 11:42 18-01-2021
halllo ik vindt dit boek heel leuk daaag we leren over suiker
steffi@ 08:47 18-01-2021
hallo ik heet ook steffie, heel vreemd maar heel leuk tof spannend super boek veel plezier daag!
.
Carice Burger@ 14:54 14-01-2021

Woonplaats:

Heemstede
Beste Jacques,
Ik zit in groep 8 en ga mijn boekbespreking over Oorlogsgeheimen houden. Ik vind het een erg mooi boek en ik wilde u 2 vragen stellen:
1) hoe bent u op het idee voor dit boek gekomen?
2) lijkt 1 van de personen in het boek op u zelf?
Groetjes Carice
Geantwoord op: 18:51 14-01-2021

Hoi Carice, wat leuk dat je voor een boek van mij hebt gekozen.
Toen ik nog meester was, vertelde ik graag verhalen over vroeger. Ik dacht dan: geschiedenis met al die jaartallen en zo is saai. Maar als ik spannende, grappige of zielige verhalen over vertel over vroeger , dan wordt geschiedenis leuk.
Daarom vind ik het ook fijn om af en toe een boek over vroeger te schrijven. Dat kost wel veel meer tijd. Meestal ben ik eerst een jaar bezig met te lezen over die tijd, oude foto’s en oude films te bekijken en met mensen te praten die het nog hebben meegemaakt (als dat tenminste nog kan). Het moet zo zijn dat ik me zo kan inleven dat ik zelf in die tijd rondwandel, zelf in de Peel loop of in de mijnen kruip of me moet verstoppen voor de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Dan pas kan ik gaan schrijven en dat duurt dan vaak ook een maand of acht.

Mijn oudste zoon Boris is ook altijd erg geïnteresseerd in geschiedenis (hij studeerde het ook) in het bijzonder in WO II.
Hij zei al vaker: ‘Schrijf eens een boek over de oorlog’.
Maar ik wist nog niet zo goed hoe ik dat wilde doen. Er zijn al vrij veel boeken over de oorlog. Nadat ik twintig jaar geleden naar Zuid-Limburg ben verhuisd , kwam erachter dat de Tweede Wereldoorlog hier iets geheel anders was dan in het westen en het noorden van ons land. Dat leek me wel een mooie (nieuwe) invalshoek voor mijn boek
De mensen hadden hier geen honger, maar moesten wel vaak de kelder in omdat de geallieerden bommenwerpers Limburg gebruikten als aanvliegroute naar de Duitse industriegebieden. Daar probeerden de Engelsen dat de Duitse wapenfabrieken kapot te bombarderen.
Regelmatig werden vliegtuigen neergeschoten door de Duitsers en als ze de piloten te pakken kregen, werden ze vaak doodgeschoten. Gelukkig werden de piloten ook geholpen door het verzet en vanuit Zuid-Limburg werden honderden Engelse piloten de grens over gesmokkeld. Vaak moesten ze dan eerste en tijdje verstopt worden en het kon dus zijn dat er zo’n piloot bij jou in huis zat en je het aan niemand mocht vertellen.
Er zaten ook veel Joodse kinderen ondergedoken.
Maar er waren ook mensen die vriendjes waren van de Duitsers en van alles gingen verraden aan de vijand. Er waren nogal wat NSB-ers in Limburg (dus Nederlanders die met de Duitsers meededen) waarbij gezegd moet worden dat er veel ‘halve’ NSB-ers waren, die wel met de Duitsers aanpapten, maar ook niet iedereen verraadde.
Kortom: je wist nooit helemaal zeker wie je vertrouwen kon, waardoor je als kind niet goed wist wat je moest doen.
Ik heb gepraat met veel mensen die als kind de oorlog in Zuid-Limburg meemaakten en ik heb geprobeerd een spannend maar soms ook grappig of ontroerend verhaal over de oorlog te schrijven , zoals de twee hoofdpersonen Maartje en Tuur (alle twee 11 jaar) het allemaal beleven. Ze zitten zelfs in de klas bij een NSB-meester.
Maartje en Tuur hebben alle twee een groot gevaarlijk geheim.
In het nawoord vertel ik ook dat Duitsland heel veel geleerd heeft van zijn eigen geschiedenis en nooit meer oorlog wil.

Voor mijzelf is de belangrijkste gedachte achter het boek dat ik wil laten zien dat oorlog vooral betekent dat je zomaar mensen kwijt kunt raken die belangrijk voor je zijn, waar je van houdt.
Ik ben ook heel blij met de verfilming. Natuurlijk is een film iets anders dan het boek. Maar het zou wel allemaal in het boek hebben kunnen staan. Het belangrijkste van het verhaal over de betekenis van liefde en vriendschap en dat oorlog heel veel kapot maakt tussen mensen, zit ook in de film.
Ik denk dat ik zelf wel op Tuur lijk. Ik weet dat ik , toen ik ongeveer zo oud was zoals Tuur in het boek, ik op zijn manier naar de wereld om me heen keek. Ik heb de oorlog zelf ( net) niet meegemaakt, maar als je schrijft is het handig om bij bepaalde personen iemand in je hoofd te nemen die je kent. In dit geval was ik het dus zelf :-) Veel succes met je boekbespreking, Carice.

Lara Voogt@ 12:35 30-12-2020

Woonplaats:

Veghel
Beste heer Vriens,

Ik zit in groep 6 en geef binnenkort een boekbespreking over het boek oorlogsgeheimen.
Ik vind het een heel mooi boek.
Ik wil graag weten waarom u dit boek geschreven heeft, zodat ik in mijn boekbespreking kan verwerken.

Groetjes van Lara
Geantwoord op: 11:56 31-12-2020

Hoi Lara, wat goed dat je over een boek van mij wil vertellen.
Toen ik nog meester was, vertelde ik graag verhalen over vroeger. Ik dacht dan: geschiedenis met al die jaartallen en zo is saai. Maar als ik spannende, grappige of zielige verhalen over vertel over vroeger , dan wordt geschiedenis leuk.
Mijn oudste zoon Boris is ook altijd erg geïnteresseerd in geschiedenis (hij studeerde het ook) in het bijzonder in WO II.
Hij zei al vaker: ‘Schrijf eens een boek over de oorlog’.
Maar ik wist nog niet zo goed hoe ik dat wilde doen. Er zijn al vrij veel boeken over de oorlog. Nadat ik twintig jaar geleden naar Zuid-Limburg ben verhuisd , kwam erachter dat de Tweede Wereldoorlog hier iets geheel anders was dan in het westen en het noorden van ons land. Dat leek me wel een mooie (nieuwe) invalshoek voor mijn boek
De mensen hadden hier geen honger, maar moesten wel vaak de kelder in omdat de geallieerden bommenwerpers Limburg gebruikten als aanvliegroute naar de Duitse industriegebieden. Daar probeerden de Engelsen dat de Duitse wapenfabrieken kapot te bombarderen.
Regelmatig werden vliegtuigen neergeschoten door de Duitsers en als ze de piloten te pakken kregen, werden ze vaak doodgeschoten. Gelukkig werden de piloten ook geholpen door het verzet en vanuit Zuid-Limburg werden honderden Engelse piloten de grens over gesmokkeld. Vaak moesten ze dan eerste en tijdje verstopt worden en het kon dus zijn dat er zo’n piloot bij jou in huis zat en je het aan niemand mocht vertellen.
Er zaten ook veel Joodse kinderen ondergedoken.
Maar er waren ook mensen die vriendjes waren van de Duitsers en van alles gingen verraden aan de vijand. Er waren nogal wat NSB-ers in Limburg (dus Nederlanders die met de Duitsers meededen) waarbij gezegd moet worden dat er veel ‘halve’ NSB-ers waren, die wel met de Duitsers aanpapten, maar ook niet iedereen verraadde.
Kortom: je wist nooit helemaal zeker wie je vertrouwen kon, waardoor je als kind niet goed wist wat je moest doen.
Ik heb gepraat met veel mensen die als kind de oorlog in Zuid-Limburg meemaakten en ik heb geprobeerd een spannend maar soms ook grappig of ontroerend verhaal over de oorlog te schrijven , zoals de twee hoofdpersonen Maartje en Tuur (alle twee 11 jaar) het allemaal beleven. Ze zitten zelfs in de klas bij een NSB-meester.
Maartje en Tuur hebben alle twee een groot gevaarlijk geheim.
In het nawoord vertel ik ook dat Duitsland heel veel geleerd heeft van zijn eigen geschiedenis en nooit meer oorlog wil.

Voor mijzelf is de belangrijkste gedachte achter het boek dat ik wil laten zien dat oorlog vooral betekent dat je zomaar mensen kwijt kunt raken die belangrijk voor je zijn, waar je van houdt.
Ik ben zelf in 1946 geboren. Mijn ouders waren nogal ant-duits en zo ben ik ook opgevoed. Maar toen ik wat ouder werd, snapte ik steeds beter dat niet alle Duitsers slecht waren geweest en niet alle Nederlanders goed. Integendeel!
En ik zag (en zie) dat Duitsers ( nu inmiddels de kleinkinderen van de Duitsers van toen) ook nooit meer willen dat er iemand als Hitler de baas kan worden.
Ik ben ook heel blij met de verfilming. Natuurlijk is een film iets anders dan het boek. Maar het zou wel allemaal in het boek hebben kunnen staan. Het belangrijkste van het verhaal over de betekenis van liefde en vriendschap en dat oorlog heel veel kapot maakt tussen mensen, zit ook in de film.
Zo dat was een heel verhaal, Lara. Veel succes met je boekbespreking. Veel groeten van Jacques

Romy Rebergen@ 15:45 15-12-2020

Woonplaats:

Krimpen a/d IJsel
Beste meneer Vriens,
Ik heb binnenkort een boekpromotie over achtste groepers huilen niet. Ik vind het een erg leuk boek, dus vandaar deze keuze. Maar ik heb een vraag , want op het internet staan veel verschillende redenen waarom u dit boek geschreven heeft dat ik niet weet wat waar is. Dus mijn vraag is: waarom heeft u dit boek geschreven? Het zou me een eer zijn als u zou antwoorden.
Groetjes Romy Rebergen
Geantwoord op: 18:01 15-12-2020

Hoi Romy,
wat fijn dat je dit boek hebt gekozen. 'Achtste-groepers huilen niet' is voor mij nog steeds een bijzonder boek, omdat het over iets gaat wat ik zelf heb meegemaakt.
Ik heb jaren met het idee rondgelopen om dit boek te schrijven, maar ik vond het best moeilijk.
Anke (Akkie uit het boek) was een hartstikke leuke dappere meid en ik wilde erg graag een herinnering aan haar opschrijven.
Maar het zijn niet alleen verdrietige herinneringen geworden, want we hebben ook veel gelachen met Anke. Ze was erg geestig. Zelfs toen ze al heel ziek was, behield ze haar gevoel voor humor.
Het bijzonder was ook, dat ik haar eigenlijk beloofd had dit boek te zullen schrijven.
We dachten toen nog dat ze beter zou worden. We waren met een stel kinderen van onze groep op bezoek in het ziekenhuis en hadden veel plezier.
De beste vriendin van Anke zei toen: “Hé mees, je moet een boek schrijven over Anke en onze klas.’
Dat beloofde ik toen en zei: ‘Als ze straks weer helemaal beter is, ga ik dat doen.’
‘Beloofd,’ riep Anke toen, ‘dan word ik ook nog beroemd!’
‘Beloofd!’ zei ik.
Het liep dus allemaal heel anders, maar dat boek is er toch gekomen. Natuurlijk heb ik eerst aan haar ouders gevraagd of het mocht en die wilden het juist erg graag.
Natuurlijk ben ik in die tijd dat Anke overleed, erg verdrietig geweest en heb ik (samen met de kinderen van mijn groep) gehuild. Net als in het boek juf Ina, heb ik ook gesproken op de begrafenis.
Daarom ben ik pas acht jaar na de dood van Anke aan het boek begonnen, omdat ik het erg moeilijk vond. Ik werd steeds weer verdrietig als ik schreef over Anke.
Pas na acht jaar en nadat ik bedacht had dat ik wat dingen moest veranderen in het verhaal om afstand te krijgen ( net of je in een vliegtuigje boven het verhaal gaat vliegen), lukte het. Ik was begonnen met een verhaal over mijn eigen klas en ik was daarin de meester. Door de kinderen ándere namen te geven en mezelf te veranderen in ‘juf Ina’ lukte het.
Die juf bestaat trouwens echt. Ik ontmoette haar een keer toen ik op een school was om voor te lezen en te vertellen. Ze was al wat ouder (net als juf Ina) en ze vertelde mij over haarzelf en waarom ze nog steeds juf was. Ze wilde net stoppen als juf, toen haar man overleed. Ze besloot toen om toch juf te blijven. Dat verhaal heb ik ook gebruikt in dit boek.
Niet alles wat in het boek staat is echt gebeurd. Als ik een boek schrijf is het altijd een mengeling van ‘echte dingen’ en ‘dingen die ik verzin’, maar die wel echt gebeurd zóúden kunnen zijn.
Zo is het ook gegaan met dit boek.
Toch herkennen de kinderen en volwassenen die er in die tijd bij waren, heel veel in het boek.
Ik heb trouwens nog steeds contact met de ouders van Anke

En natuurlijk ben ik heel trots en blij dat het boek verfilmd is. Ik heb heel goed kunnen samenwerken met de regisseur. We hebben samen veel gepraat over het boek.
Ik vind dat het boek heel goed verfilmd is. Natuurlijk is een boek altijd anders dan een film, maar ik herken heel veel van wat er in mijn boek staat en wat ooit echt gebeurd is.
Voordat de film werd gemaakt heb ik gepraat met Karen van Holts-Pellekaan. Zij heeft het filmscript geschreven (Zij schrijft dan precies op wat je ziet in de film en wat de personen zeggen tegen elkaar). Dennis Bots was de regisseur. Die zegt precies hoe iedereen moet spelen; waar die moet staan enz.
Ik heb zelf ook een klein rolletje gespeeld: de man op de fiets die Akkie bij ondersteboven rijdt. Ik roep dan: ‘Hé Jongen kijk toch uit!’
Dan roept Akkie boos terug: ‘Ik ben geen jongen, ik ben een meisje!’
Het is altijd leuk om mee te doen in een film, want dan leer je de mensen die mee spelen in de film ook beter kennen.

In 2012 zat ik samen met ‘onze’ oude klas in het tv- programma De Reunie.
Je kunt dat terugkijken op http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/120686/De_Reunie.html
Daarin vertellen ook de ouders van Akkie/Anke over hun dochter. Bijzonder om te zien.
Heel veel succes met je boekpromotie en veel groeten, Jacques

Zie net de site is: https://www.npostart.nl/de-reunie/29-04-2012/KRO_1524813

Hadja@ 15:40 10-12-2020

Woonplaats:

Nijmegen
Beste Jacques Vriens,
Toen ik voor het eerst een van jou boek heb gelezen.Dat boek heet Strijd om de kathedraal.Ik vind geschiedenis heel interessant toen koos ik dit boek voor mijn boekbespreking.Vandaag heb ik mijn eerste boekbespreking gedaan. Ik heb nooit mij boekbespreking gedaan in groep 5 en 6 maar nu in groep 7 heb ik het toch gedaan.Door dit boek ben ik geinspieerd om me boekbespreking te doen.Daarom ga ik meerderen boeken van u lezen. Ik doe mee aan kinderpersbureau zou u het leuk vinden om in de schoolkrant te staan.hier komen een paar vragen:hoe kwam je aan het idee voor dat boek Strijd om de kathedraal?
2.wie is jou favorite persoon in dat boek en waarom?
3.heb je al een idee voor een nieuw boek en in welke tijd speelt dat?
ik zal het leuk vinden als u antwoord.Met vriendelijke groet, Hadja
Geantwoord op: 17:38 10-12-2020

Hoi Hadja, wat leuk dat je een boekbespreking hebt gehouden over dit boek. Ik heb tot mijn zesde jaar in Den Bosch gewoond, vlak bij de St. Jans Kathedraal.
Al heel jong moest ik met mijn ouders mee naar de kerk. Voor een kleuter kan dat erg saai zijn, maar voor mij niet. Ik was diep onder de indruk van de prachtige hoge lichte kathedraal en fantaseerde erop los. Ik bedacht dat ik een soort engel was die zich vliegensvlug verplaatste van de ene spitsboog naar de andere. Van voor naar achteren, van boven naar beneden en van links naar rechts.
Toen ik later meester werd vertelde ik mijn kinderen over kathedralen en ik ging met mijn klas naar de St. Jan om te laten zien wat mensen in de middeleeuwen al konden bouwen. En dat zónder moderne hulpmiddelen..
Ik liep al heel lang rond met het idee om een boek te schrijven over de bouw van een kathedraal, maar dan gezien door de ogen van kinderen.
En als ik nu in Den Bosch kom, loop ik altijd nog even de St. Jan binnen en dan ben ik weer terug in mijn kindertijd. Ik heb wel lang nagedacht hoe ik het boek zou schrijven. Ik wilde natuurlijk ook vertellen over de bouw van een kathedraal, maar het moest geen saai lesje worden. Toen bedacht ik Mette. Zij is blind , dus iemand anders moet haar vertellen hoe zo'n kerk eruit ziet. Toen kwam ook op het idee van de vriendschap tussen Thies en Mette. Ik wist dat in de middeleeuwen mensen met een handicap gezien werden als minderwaardig en zelfs als duivelskinderen. Natuurlijk wild ik dat ook vertellen. Mette en Thies zijn mijn favorieten natuurlijk. Vooral omdat hun vriendschap blijft bestaan ondanks alles wat er met hen gebeurt. Ik ben nu bezig met een boek dat zich rond 1957 afspeelt. Toen was ik zelf kind en ik wilde daar al heel lang over vertellen. Meer verklap ik niet. Dat is niet om flauw te doen, maar ik vind het altijd heel moeilijk om te praten over een boek dat ik nog aan het schrijven ben.
Kun je hiermee vooruit, Hadja? Wat leuk dat je in de schoolkrant schrijft. Weet je dat ik dat vroeger ook al deed. Hartelijke groeten van Jacques

Berichten: 31 t/m 45 van de 816.
Aantal pagina's: 55
Nieuwer1 2 [3] 4 5 6 7Ouder